Door cijfers over de eigen bedrijfsvoering tegen de borst te houden, heeft de NS de problemen met de hogesnelheidslijn onnodig lang laten voortbestaan. ,,Als de NS open was geweest, hadden we meer kunnen doen”, zei voormalig verkeersminister Camiel Eurlings donderdag tegen de parlementaire enquêtecommissie Fyra.

De commissie onderzoekt waarom de Fyra, de trein die op de hogesnelheidslijn zou gaan rijden, veel te laat klaar was en maar kort heeft gereden omdat er van alles mis was met de trein.

NS-dochter HSA exploiteert de hogesnelheidslijn, maar had al sinds de oprichting de grootste moeite het hoofd boven water te houden: de jaarlijkse afdracht aan de staat kon maar moeilijk terugverdiend worden. In 2003 kreeg Eurlings’ voorgangster Karla Peijs al de boodschap van HSA dat het bedrijf het niet zou redden. Maar ook Peijs ondervond al dat moederbedrijf NS geen cijfers wilde overleggen die de slechte situatie konden onderbouwen.

Loopgraven tussen NS en ministerie

Eurlings had dezelfde ervaring met de spoorwegen toen ze ook bij hem aanklopten om steun. Hij noemde het donderdag bij de enquêtecommissie ,,echt slecht, onacceptabel en maatschappelijk onverantwoord” dat de NS geen volledige openheid van zaken wilde geven. Maar volgens oud-NS-topman Bert Meerstadt, die donderdag ook voor de commissie verscheen, had de NS zich altijd gehouden aan de afspraken die waren gemaakt over het verstrekken van cijfers.

Eurlings vertelde dat hij bij zijn aantreden was geschrokken van de loopgraven die er bleken te lopen tussen zijn ministerie en de NS. In de emoties was bij Verkeer en Waterstaat wel eens de gedachte opgekomen om het vertrouwen in de NS-directie op te zeggen. Zelf informeerde Eurlings bij de Franse treinenbouwer Alstom of die treinen kon leveren als het Italiaanse AnsaldoBreda de Fyra’s niet op tijd klaar zou hebben. Maar Alstom zag geen mogelijkheid er nog een opdracht bij te nemen.

Afdracht omlaag

Uiteindelijk sprak Eurlings met de NS af dat hij HSA zou gaan helpen als het bedrijf door oorzaken van buitenaf weer in de problemen zou komen. De jaarlijkse afdracht zou dan omlaag kunnen naar minimaal 100 miljoen euro. Meer hulp was door regels voor ongeoorloofde staatssteun niet mogelijk, maar uit stukken van de NS zou blijken dat Eurlings mondeling toch meer beloofd hebben. De oud-minister zei zich daarin niet te herkennen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl